Waterkrachtcentrales Lith, Linne en Maurik vermalen nog steeds massaal trekvissen

4471
10 feb 2021

Waterkrachtcentrales maken in ons land veel slachtoffers onder trekvissen. Sportvisserij Nederland zet zich al jaren in om de negatieve effecten van waterkracht op vissen te beperken en te vermijden, maar kan hierbij helaas niet altijd op steun van de andere betrokken partijen rekenen.

De energiebedrijven Vattenfall en Essent hadden van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een vergunning gekregen om water te onttrekken aan de Maas voor hun waterkrachtcentrales bij Linne en Lith en Maurik op de Nederrijn. Daarin was de eis opgenomen dat de twee centrales in de Maas samen niet meer dan 10% van de passerende vissen mochten doden. Voor de Nederrijn gold eenzelfde percentage. Deze normen vloeien voort uit de zogenaamde beleidsregel voor waterkracht.



Uit metingen die in opdracht van Rijkswaterstaat werden uitgevoerd bleek dat in het najaar tot wel 40% van de grote, paairijpe alen onderweg naar zee het loodje legt door de draaiende turbines. Ook de grote zalmen en zeeforellen die stroomopwaarts trekken worden geraakt door de turbines, en van de kleinere smolts die stroomafwaarts trekken, sneuvelt nu meer dan 10%.


Geknakte alen bij een stuw

Procedurefout


Vattenfall en RWE waren het niet eens met de sterftenormen voor vissen bij waterkrachtcentrales en de hieraan gekoppelde verplichtingen om trekvissen te beschermen. Zij gingen daarom tegen die zogeheten beleidsregel in beroep. Onlangs kregen ze gelijk van de Raad van State.

De beleidsregel waarin deze normen waren opgenomen bleek procedureel namelijk niet juist tot stand gekomen te zijn. Hierdoor kwamen de normen die worden opgelegd om de schade aan de visstand nog enigszins te beperken op losse schroeven te staan. Dit terwijl veel organisaties en mensen zich tegelijkertijd inzetten voor de terugkeer van trekvissen in het Nederlandse water en het behoud van de paling.
 

Snel herstellen

 
Rijkswaterstaat heeft inmiddels aangegeven zo snel mogelijk de normen van de beleidsregel te willen herstellen om de verliezen voor de ecologie zo veel mogelijk te beperken. Momenteel wordt daarom onderzocht wat juridisch de meest geschikte manier is om op korte termijn een duidelijk toetsingskader voor vergunningverlening te herstellen, zodat de norm van maximaal 10% vissterfte weer gehanteerd kan worden.

Sportvisserij Nederland volgt dit proces op de voet en houdt nauw contact met Rijkswaterstaat over de voortgang.



Marginale opbrengsten


De opbrengsten die hier tegenover staan zijn slechts marginaal. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben de waterkrachtcentrales in ons land – drie relatief grote centrales bij Linne en Lith in de Maas en bij Maurik in de Nederrijn, plus nog vier kleine waterkrachtcentrales elders – samen een maximaal vermogen van 37 megawatt.

Dat is vergelijkbaar met hooguit vijf moderne windmolens op zee. Let wel: mits er een optimale hoeveelheid water door de centrales heen gaat. In de zomer wordt er bij gebrek aan water bijvoorbeeld nauwelijks energie geproduceerd. In de praktijk kwam er in 2019 niet meer dan 0,02% van alle in Nederland geproduceerde elektriciteit uit waterkracht, becijfert het CBS.

Lees ook:



Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.